A. van Dantzig Het Nederlandse aandeel in de Slavenhandel

10.00

Fibulareeks nr 27

A. van Dantzig werd in 1937 te Amsterdam geboren. Hij studeerde aldaar enige iaren aan de faculteit der politieke en sociale wetenschappen. Hij zette zijn studies voort te Parijs aan de Ecole des Hautes Etudes, waar hij een thèse de diplöme de 3me cycle schreef getiteld La Démission hollandaise en Afrique Occidentale au XIXme Siècle. Hij houdt zich op het ogenblik (1968) speciaal bezig met de geschiedenis van de koloniale ontwikkeling in West-Afrika. Sinds 1963 doceert hij Europese en West-afrikaanse geschiedenis aan de universiteit van Ghana te Legon.

Om de Indiaanse bevolking in de eigen koloniën te beschermen kwamen de Spanjaarden op het idee negers uit Afrika in te voeren voor de zware arbeid op de plantages. Hiermee werd de basis gelegd voor het mensonterende bedrijf van de slavenhandel op grote schaal. Portugezen, Engelsen, Fransen en Nederlanders streden verbeten tegen elkaar om optimale winsten te verkrijgen ten koste van miljoenen negers, die in Afrika geroofd werden of van andere negers gekocht. De Nederlanders gingen hierbij zonder gewetensbezwaren te werk. De negers waren in hun ogen eigenlijk geen mensen, maar nuttige handelswaar, waarmee men snel een grote rijkdom kon vergaren. De slavenhandel verdween dan ook niet in de eerste, plaats uit morele, maar uit economische redenen ten gevolge van de Napoleontische oorlogen. En zelfs toen werd de slavernij in de Nederlandse koloniën nog tot het jaar 1863 gehandhaafd.

Uitgave fibula van dishoeck n.v. bussum

Categorie: