TREFOSSA Bureau Volkslectuur Paramaribo Samenstelling JAN VOORHOEVE

15.00

Wan péri di soetoe kon dja,
zo noemde Trefossa ( 1916-1975) zichzelf in een van zijn gedichten.
Zijn poëzie in het Sranantongo was er voor ons even plotseling als die afgeschoten pijl. Er was
geen poëzietraditie in Suriname, maar na de publicatie van Trotji (1957 ) bestond er opeens
Surinaamse poëzie, die vele dichters na hem heeft geïnspireerd en daarmee werkelijk een aanhef, een voorzang is geworden.
Deze bundel die behalve Trotji, ook ons Volkslied, de verspreid gepubliceerde en” de nagelaten poëzie bevat, is opgedragen aar de Surinaamse jeugd en kon tot stand komen dankzij de belangeloze medewerking van allen die bij deze uitgave betrokken zijn geweest, van wie hier alleen genoemd wordt de weduwe H. de
Ziel-Walser, en dank zij het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling, dat de afname van een groot aantal exemplaren voor de scholen garandeerde als posthume hulde aan Trefossa.
Dat Trefossa onze jeugd moge bezielen, niet alleen tot dichterschap en liefde voor poëzíe maar vooral ook tot de liefde voor Suriname, die zijn inspiratiebron is geweest.

Uitverkocht

Categorie: